Morgen is het eenenveertig jaar geleden dat het startschot klonk voor de reis die m’n ouders gezamenlijk besloten te ondernemen. Geen idee van een Petertje of dochters, leven ná Dirk en An, van hernia’s geen benul, en onwetend over Rutte 3, I-pads en 11 september. Het was een haast onmogelijke toezegging, een kamikazeachtige move. In de luwte van alle ontdekkingen, vraagtekens en hindernissen op hun eigen pad, creëerden ze voor ons kinderen een vrije ruimte, een plek om veilig te vallen, een warm thuis. Daar leerden we spellen spelen, bos en boerderij verkennen, delen. M’n ouders gaven ons een heel handzame en liefdevolle update door van alles wat hen was doorgegeven. Een gezond respect voor de buurman, waardering voor wat je al hebt, een gevoel voor geven en nemen, en een zeker besef dat dat wat wij gewoon zijn, elders slechts als droom bestaat. Zelf zweten en volharden om iets te bereiken, het nut van het kunnen weerstaan van een impuls, en iets opbouwen voor wat er nog komen gaa