De droom

Er is een droom. De boel aan kant. Haar in de plooi. Een droom die nooit in duigen kan vallen. Of het nu rechtsaf gaat of links, recht op vervulling steven ik af. Het klopt als een bus, alles is er klaar. Alle buiken gevuld, de wateren schoon, het nieuws altijd fijn. Goed is er niet in vergelijk, niet als tegenstelling tot slecht. Goed is de aard.

Geen gas terug, totdat alles en iedereen schittert van voldoening. Genoegen met minder is er niet te nemen. Conflict en halfbakken nooit eindstation. Achter- en ondergrond van m’n werk, ommetjes en afwasbeurt. Niets is van de droom uitgezonderd. Het kloppende hart herinnert me. De vragende blik van de vrouw naast me spoort aan. Een compleet uitdoven van al het streven. Daarnaar te streven, met alles me gegeven, is de weg naar vervulling van de droom. Aan de kassa betaal ik het pak melk en de tomaten.

En als de hele wereld opgeeft, als elke ziel de droom laat varen. Dan komt het aan op jou. Is verraad aan je droom een kwestie van omstandigheid? Is de droom van de wereld, of is de droom van jou? Hoe intens is je wens, hoe weids je horizon?

Kijkend naar de struiken, luisterend naar het lichaam, de binnenstad proevend; alles streeft naar ontplooiing, perfectie. Een rekening, een valpartij, een onvoldoende; hoe kunnen ze ooit in de weg staan van het ultieme beeld? Met het oog steevast op de droom is de strijd licht, de last altijd draagbaar. Is geen vloek te gortig of plensbui te nat. Ik geef, leef en streef, om de vervulling van de droom.


Reacties