Agressie
Je ontmoet een persoon. Bezoekt een land. Observeert een grazend
schaap. Er is contact. Er gebeurt iets tussen jullie, tussen jou en wat je
waarneemt. In welke richting stroomt dat wat er gebeurt?
Plaats je de persoon in het juiste dossier op de juiste plank van je zorgvuldig
opgebouwde archief? Of reorganiseert de persoon spontaan jouw kasten in een
nieuwe, frisse setup? Is het ‘m wellicht vrij om je hele kaartenbaksysteem
overhoop te banjeren?
Krijgt het land wat stickers en labels opgeplakt volgens de maatstaven
en kennis die jij bezit? Of laat je je openen, maak je ruimte voor de unieke
gebruiken en taferelen van dat vreemde land om voor zichzelf te spreken? En jou
daarmee tot ander mens te maken.
Wordt het schaap vertaald en verknipt tot kilo’s en euro’s? Breng je
het dier onder in je classificatie? Of maken haar uitdrukking en behendigheid,
haar hele eigen voorkomen indruk, en laat jij je onderbrengen in de wereld van
het schaap?
En zijn er soms nog andere ‘richtingen’ waarin het stromen kan?
Het voorbeeld lijkt wellicht aangedikt of grof. Maar kijk alsjeblieft
goed. Misschien verschillen wij een straatlengte, maar het gebeurt mij in elk
geval continue. Agressie, de wil tot domineren. De (het) ander(e) onderbrengen
in je eigen gekende wereld. Daar zijn fysiek geweld en oorlogen zichtbare
uitwassen van. Maar ze beginnen hier, bij mijn eigen behandeling van wat en hoe
ik waarneem.
Hoor je dat (geluid van de waterval)? Kun je het pakken, vasthouden,
grijpen? De bloem, eenmaal bloem genaamd, is vastgepakt en heel klein gemaakt.
Nog onvastgepakt is alles zo weids en groots als de lucht. Dingen die kunnen
worden genoemd, zijn kleine dingen.
Reacties
Een reactie posten