Zondagochtend
Zondagochtend. Kabbelend kalm op straat nog. Als een magneet trekt de zon, sinds dagen weer ontbloot, alles en iedereen in haar bereik. Driehoog verdringen de schildpadden zich op de grote steen middenin de vijver van dit park. De sakura schittert, de eekhoorns zijn uitgelaten. In sixties-spencer onder ‘n boom, de slow-motion dans van een man, ingekeerd, wellicht met alles in contact. Ik laat m’n gemoed liften op de stralen, en verbeeld een regen van vreugde in druppels neerdalend op iedereen en alles dat ik me kan voorstellen.
In het tijdsbestek van een kinderhandjevol maanden droombezoek ik familie
thuis, wordt van een ander thuis voorgoed afscheid genomen, en neem ik naast mijn prinses plaats in de huwelijksboot.
thuis, wordt van een ander thuis voorgoed afscheid genomen, en neem ik naast mijn prinses plaats in de huwelijksboot.
Laat de gedachten nog eens aaien over de weken in Woerden. Wat was het fijn om weer thuis te zijn. Samen verjaardag te vieren, de benevelende spanning van cadeaus geven en ontvangen. Die laatste twee traptreden nog altijd maar beter overslaan. En de jonge broertjes… tja, daarop staat geen maat.
Niet in de voorbeeldig geruisloze deur, maar in die met dat piepende scharnier schuilt de voldoening van werk, de kans op tevredenheid, de smaak van stilte. Precies zo was het waardevol om met vrienden de scherven van gebarsten zelfvertrouwen bijeen te rapen. Daarom dankbaarheid bij de ernstig zieke oud-collega voor de les in moed en geduld.
Haar intense verdriet te zien vind ik ongelofelijk moeilijk. Maar mijn zus is niet haar pijn, en met die gedachte troost ik hopelijk niet alleen mezelf. Pijn, zo geloof ik Gibran, is het breken van het harnas dat begrip en gezondheid ingesloten houdt. Ze wijst naar de vrijheid om te groeien, om te overstijgen, om te omarmen. Er was de schoonheid van het mogen delen in dit proces. Blijdschap om te helpen met luiers verschonen, aardappels te schillen, met de boys te gaan babyzwemmen, samen lekker te eten, elkaar vast te houden.
Het vliegtuig vertrok. En altijd als je denkt “dit is het einde”, sta je op de grens van wat begint. Die zin van liedjesschrijver Bos geldt ook zeker voor het afscheid van dat wat bekend werd als ‘Nomad’. Zes jaar lang mocht ons huis staan op een wonderlijke, turbulente en eerlijke plek. Lang niet altijd het leien-dakjes-verhaal, laat staan dat gevoel, maar oh zo boordevol uitwisseling, overlevingslessen, verfrissende smaken.
En zoals alles dat dienst heeft gedaan en is volbracht, valt ook het toneel in het Chinese Shuhe weg en maakt het plaats voor een nieuw podium. Op dat podium aan de prachtige oostkust van het eiland Taiwan staan twee mensen in de echt verbonden. Ze kijken uit naar wat komt.
Reacties
Een reactie posten